Empirische en pre-emptive therapie
Adviezen
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd |
Opmerking:
neutropene patiënten met onverklaarde koorts |
|
Medicatie: caspofungine iv oplaaddosis 70mg, 50mg 1dd |
Opmerking:
neutropene patiënten met onverklaarde koorts |
|
Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd |
Opmerking:
neutropene patiënten met onverklaarde koorts, mogelijk Zygomycose |
Bronnen
Antimicrobiële middelen
De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:
Externe referenties
Categorie
Metadata
Swab vid: G-8656.2
Bijgewerkt: 04/01/2018 - 21:51
Status: Published
Algemene opmerkingen
Diagnostic-driven (pre-emptieve) therapie gebaseerd op galactomannan screening bij neutropenische patiënten verdient de voorkeur boven empirische therapie. Hiervoor gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Systemische schimmelinfecties -> Aspergillose -> Invasieve aspergillose met onbekende azol-resistentie.
Intensive care patiënten met onverklaarde sepsis: de indicatie voor empirische therapie bij verdenking op candidemie bij niet-neutropenische patiënten is controversieel. Empirische therapie kan in geselecteerde gevallen worden overwogen. Bij keuze voor empirische antifungale therapie gelden de keuzecriteria zoals vermeld in het hoofdstuk Candidemie.